Ondertitels en ondertitels zijn bijna alomtegenwoordig geworden in het tijdperk van streaming en YouTube-diensten. Ze worden nu niet meer toegevoegd omdat bedrijven dat wettelijk verplicht zijn, maar omdat het voor de kijker handiger is.
Dit was echter niet altijd het geval en oorspronkelijk was ondertiteling bij wet geregeld.
Regulering van de beschikbaarheid van ondertitels op wetgevingsniveau
De eerste regeling was de Television Decoder Circuitry Act, die op 3 januari 1991 door het Amerikaanse Congres werd goedgekeurd. Volgens deze wet moesten alle analoge televisietoestellen ondertiteldecoders hebben. Door deze wet werd ondersteuning van ondertitels verplicht voor alle televisietoestellen die in de VS werden verkocht. Dat was echter nog maar het begin, want de wet regelde alleen de beschikbaarheid van decoders, maar had geen regels voor ondertitels bij TV-programma’s.
De volgende stap was het besluit van de FCC, die bepaalde dat TV-programma’s ondertiteld moesten worden. Er waren echter uitzonderingen, bijvoorbeeld voor reclamespots van minder dan 5 minuten en voor programma’s die van 2 tot 6 uur ’s morgens werden uitgezonden.
In 1990 werd de “Amerikanen met een handicap”-wet (ADA) aangenomen, die openbare instellingen verplichtte om audiovisuele middelen voor televisie aan te bieden.
De regelgeving heeft gelijke tred gehouden met de veranderingen in de technologie. De Telecommunications Act van 1996 breidde bijvoorbeeld de Decoder Circuitry Act uit tot digitale televisie. Ook de 21st Century Communications and Video Accessibility Act (CVAA) breidde de DCA uit tot alle apparaten die video-inhoud met geluid kunnen ontvangen en afspelen. De wet omvatte vrijwel alle apparaten en programma’s, met inbegrip van die welke via het internet worden doorgegeven.